Toetsingswaarden voor PFOS en PFOA - update

05.04.2022

Op 4 april 2022 heeft OVAM de aangepaste Richtlijn 'Toetsingswaarden voor PFOS en PFOA in bodem en voor PFAS in grondwater' gepubliceerd. 

Dit naar aanleiding van het tweede tussentijdse rapport van de opdrachthouder voor de aanpak van de PFAS-problematiek begin april 2022. In dit rapport ‘Van kennis naar actie' wordt een tijdelijk handelingskader voor diverse milieucompartimenten voorgesteld. De toetsingswaarden / voorgestelde bodemsaneringsnormen maken deel uit van dit tijdelijke handelingskader. Uit voorzorg en omwille van de vele wetenschappelijke onzekerheden worden de voorgestelde bodemsaneringsnormen voor PFOS en PFOA (uit 2021) verstrengd

De toetsingswaarden zijn voorlopige waarden omdat het wetenschappelijk onderzoek over perfluorverbindingen nog volop in evolutie is. Deze waarden kunnen als toetsingswaarden worden gebruikt bij het beoordelen van bodemverontreinigingen. De richtlijn ‘Onderzoeksprotocol verkennend bodemonderzoek naar PFAS-verontreiniging door fluorhoudend blusschuim en t.h.v. PFAS-verdachte risicolocaties’ (OVAM,2022) geeft hierover meer informatie.

Daarnaast werden toetsingswaarden voor ‘vrij gebruik van bodem / richtwaarde’ afgeleid, waarbij rekening
werd gehouden met achtergrondconcentraties (streefwaarden). Deze richtwaarden zijn niet gewijzigd t.o.v. vorige versie.

Waarde Vrij gebruik / Richtwaarde

Voorgestelde bodemsaneringsnormen - vaste deel :

Analyse en rapportagegrenzen

De analyses op PFAS in bodem worden uitgevoerd volgens CMA-methode CMA/3/D voor analyse van perfluorverbindingen. Deze procedure beschrijft de kwantitatieve bepaling van per- en polyfluorverbindingen in bodem, sediment, slib, baggerspecie, vast afval en bodemverbeterende middelen met behulp van vloeistofchromatografie. De bepalingsgrenzen van de methode bedragen voor de
kwantitatieve PFAS in bodem ten hoogste 0,5 µg/kg ds per component