Risico-gebaseerde terugsaneerwaarden en de randvoorwaarden

18.12.2013

Bodemsanering in Vlaanderen heeft een hele evolutie doorgemaakt. Vooral op gebied van de terugsaneerwaarden is er veel veranderd in vergelijking met de beginjaren van het bodemdecreet. Het gebruik van risico-gebaseerde terugsaneerwaarden is vandaag geen uitzondering meer.

Risico-gebaseerde terugsaneerwaarden / risico-grenswaarden

Voor het saneren van historische verontreinigingen of moeilijk te bereiken bodem- of grondwaterverontreinigingen, mag de erkende bodemsaneringsdeskundige a.d.h.v. een uitgebreide risico-evaluatie terugsaneerwaarden voorstellen. In bepaalde gevallen kan zelfs beslist worden om helemaal niet te saneren. Het bodemdecreet biedt deze mogelijkheid om de saneringskosten redelijk te houden, op voorwaarde dat er geen risico uitgaat van de verontreiniging. Er wordt m.a.w. nagegaan onder welke randvoorwaarden de bodemverontreiniging toch mag blijven zitten op een terrein, zonder dat deze een risico vormt op blootstelling en/of verspreiding (risico-grenswaarden).
In sommige gevallen worden gebruiksbeperkingen of gebruiksadviezen opgelegd.

Gesaneerd ≠ proper

Deze risico-gebaseerde aanpak heeft echter ook een aantal nadelen, meer bepaald bij de herontwikkeling van terreinen en/of bouwprojecten. Op dergelijke terreinen kunnen nog aanzienlijke verontreinigingen achterblijven, die in een latere fase van de ontwikkeling voor belangrijke meerkosten kunnen zorgen.

Potentiële kopers of projectontwikkelaars moeten zich bewust zijn van het feit dat het terrein misschien niet gesaneerd moet worden, maar dat de uit te graven bodem binnen het kader van de grondverzetsregeling niet altijd gebruikt zal kunnen worden. M.a.w. dikwijls zullen deze grondoverschotten toch behandeld moeten worden in een centrum voor grondreiniging.

Bij bemaling in het kader van de bouwwerken kan het bovendien nodig zijn om het opgepompte (verontreinigde) grondwater te zuiveren vooraleer het geloosd kan worden.

Bij een bestemmingswijziging van het terrein, bvb. de herontwikkeling van een voormalig industrieel terrein naar een woonproject, kan de wijziging van het bestemmingstype en/of het nieuwe bodemgebruik een wijziging van de risico’s met zich meebrengen. M.a.w.: mogelijk zullen nieuwe risico-grenswaarden berekend moeten worden en kan toch een sanering nodig zijn.

Grondverzet – gewijzigde randvoorwaarden

De effecten van deze risico-gebaseerde aanpak worden de laatste jaren meer en meer zichtbaar in het grondverzet (opmaak technische verslagen).

Enerzijds stellen we vast dat opdrachtgevers verrast worden door de onverwachte meerkosten als gevolg van de significante restverontreiniging.

Anderzijds zoekt de erkende bodemsaneringsdeskundige manieren om dergelijke gronden terug te gebruiken binnen de kadastrale werkzone. Hierbij zijn 3 elementen zeker van belang:
- Dikwijls betreft het een heterogene verontreiniging (met een duidelijke concentratie-gradiënt). Hiermee moet rekening worden gehouden bij de afbakening van de kadastrale werkzone(s), om verspreiding van de verontreiniging te voorkomen.
- Algemeen geldt ook het principe dat er geen bijkomend risico naar blootstelling of verspreiding via het grondwater mag optreden.
- De randvoorwaarden die vooropgesteld werden bij het bepalen van de risicogrenswaarden moeten opnieuw geëvalueerd worden. Het is namelijk niet uitgesloten dat de grondwerken in functie van het bouw- of infrastructuurproject een wijziging van de risico’s met zich meebrengen.

Voorbeeld:

Bij het bepalen van het blootstellingsrisico mbv S-risk kan als randvoorwaarde zijn ingegeven dat de toplaag geen verontreiniging bevat (bvb de aanwezigheid van een betonplaat of een propere teelaardelaag). Deze randvoorwaarde moet uiteraard meegenomen worden bij het gebruik binnen de kadastrale werkzone.