Richtlijn PFAS-onderzoek - herziening april 2022

04.04.2022

Op 4 april 2022 heeft OVAM de herziene 'Richtlijn PFAS-onderzoek' gepubliceerd. 
De Richtlijn PFAS-onderzoek (versie 5 maart 2021) werd geactualiseerd op basis van het handelingskader zoals voorgesteld in het tweede rapport van de opdrachthouder voor de coördinatie van de aanpak van de PFAS-problematiek in Vlaanderen. Dit handelingskader functioneert in afwachting van bijstelling of opmaak van normen.

In de herziene richtlijn zijn ook de meest recente inzichten rond risico-activiteiten, staalname en analyse opgenomen.

Tegelijkertijd werd ook de Richtlijn 'Toetsingswaarden voor PFOS en PFOA in bodem en voor PFAS in grondwater' aangepast.

De bijgestelde richtlijn is van toepassing vanaf 19 april 2022. De toetsingswaarden van hoofdstuk 6 worden toegepast voor de besluitvorming van de onderzoeken die na 19 april 2022 zijn opgemaakt. De onderzoeksverplichting van minstens 1 PFAS analyse (1/4de van alle mengstalen) per technisch verslag is verplicht voor alle onderzoeken waarvoor het veldwerk uitgevoerd is na 19 april 2022.

Belangrijkste krijtlijnen/wijzigingen

  • Het overzicht van de risico-activiteiten is aangepast a.d.h.v. recente bevindingen. Zo zijn bvb. waterzuiveringsinstallaties voor huishoudelijk afvalwater nu ook opgenomen in tabel 1.  
  • Veralgemening PFAS-analyses ihkv technische verslagen:  
    • Algemeen : in de eerste plaats dient de eBSD tijdens de voorstudie na te gaan of de projectzone PFAS-verdacht is en of er specifieke verdachte verontreinigingsspots kunnen gelokaliseerd worden.  De bemonsteringsstrategie dient hierop te worden afgestemd, waarbij minstens op van 1/4de van de te analyseren mengstalen op PFAS wordt geanalyseerd.  
    • Ook op onverdachte terreinen/waterlopen dient 1/4de* van de te analyseren mengstalen van in-situ bemonsteringen op PFAS te worden geanalyseerd. Bij de analyse van de mengstalen worden de mengstalen van de toplaag van de bodem geanalyseerd.
    • Voor zowel heterogene als homogene opgeslagen hopen bodemmaterialen - afkomstig van zowel verdachte als niet-verdachte herkomst - dient 1/4de* van de te analyseren mengstalen te worden geanalyseerd op PFAS.  
      We wijzen er op dat de eerdere verplichting m.b.t. heterogene/samengestelde hopen hierdoor versoepeld wordt. 
  • Het aangepaste normeringskader voor bodem en grondwater is opgenomen in ‘Toetsingswaarden voor PFOS en PFOA in bodem en voor PFAS in grondwater – publicatiedatum 4 april 2022’ (OVAM, 2022). Samengevat: 
  • Voor de waarde vrij gebruik en de richtwaarde kan voorlopig de pragmatische toetsing worden gevolgd die reeds van toepassing was:
    • PFOS : 3 µg/kg DS
    • PFOA : 3 µg/kg DS
    • Som** PFAS : 8 µg/kg DS 
  • Met het specifiek beleid voor gebruik binnen een kadastrale werkzone of bouwkundig bodemgebruik en gebruik in een vormvaste toepassing, kan lokaal meer ruimte worden geboden. Voor het gebruik van bodemmaterialen boven de 'waarde vrij gebruik' kan m.a.w. een bijkomende locatiespecifieke evaluatie nodig zijn. De verantwoordelijkheid voor deze werkwijze ligt volledig bij de erkende bodemsaneringsdeskundige. De richtlijn verwijst hiervoor naar de bepalingen die zijn opgenomen in paragraaf 6.3 van de standaardprocedure voor de opmaak van het technisch verslag
  • De richtwaarde van 70µg/kg DS voor bouwkundig bodemgebruik/vormvast produkt werd geschrapt. De eBSD dient m.a.w. zelf een toetsingswaarde bouwkundig bodemgebruik / vormvast product uit te werken op basis van de bepalingen opgenomen in de standaardprocedure voor de opmaak van het technisch verslag, en dit op basis van de toetsingswaarden en de stofeigenschappen van de niet-genormeerde parameter. De eigen opgestelde toetsingswaarden en gebruiksvoorwaarden worden opgenomen in het technisch verslag. De verantwoordelijkheid voor deze werkwijze ligt volledig bij de erkende bodemsaneringsdeskundige.
  • De (voorstel)bodemsaneringsnormen werden aangepast aan het voorstel geformuleerd in het handelingskader. We verwijzen hiervoor naar de Richtlijn 'Toetsingswaarden voor PFOS en PFOA in bodem en voor PFAS in grondwater'
  • De analyses op PFAS in bodem worden uitgevoerd volgens CMA-methode CMA/3/D voor analyse van perfluorverbindingen. Hiervoor dient de ontwerpversie van november 2021 te worden toegepast.
  • Aangepaste richtlijnen m.b.t. de staalname, conditionering, enz... 

Meer informatie m.b.t. PFAS-onderzoek:

* 1/4de afgerond naar boven, met een minimum van 1

** parameters waarvan de gemeten waarde onder de rapporteringsgrens ligt, worden in de sommatie niet meegenomen. In de laatste ontwerpversie van de CMA/3/D voor analyse van perfluorverbindingen ligt deze op ten hoogste 0,5 µg/kg DS (analyses vanaf 15 feb 2022). Opgelet: als het analysecertificaat effectief een meetwaarde opgeeft lager dan 0,5 µg/kg DS - niet voorafgegaan van een '<', dient deze waarde opgenomen te worden in de som PFAS.